Beste Achterhoekers. Alles in het leven verloopt in
een natuurlijke cyclus. Zomer en winter
draaien om herfst en lente heen. Zon en maan dansen met elkaar een polkaatje. Je eerste eigen stoere fopspeen tegenover de
fopspeen van je kleinkind. Zo heeft de Achterhoek ook zijn eigen levenscyclus: Er is kermis; er is geen kermis, hij komt
eraan of we hebben heimwee dat de kermis voorbij is. Een Achterhoeker viert altijd
zijn eigen kermis en een Achterhoeker wordt panisch onrustig als ie daar ook
maar een splinter van gaat missen.
De familie op geleende stretchers.
Aftershave met liters ingeslagen tegen kermisgeuren. Kinderen staan geschminkt geparkeerd in de voorkamer. Aan honderden jaren kermis traditie wordt elk jaar weer een hoofdstuk toegevoegd. Het zit in de
genen en in onze DNA. De kermis met zijn ongeschreven levensregels. Het is de
jackpot van vier dagen rondlummelen met het hele dorp. Vier dagen niets anders in het leven dan
alleen maar je eigen kermis. Vier dagen
een dansje, een praatje maken met het
glas in de hand en alle tijd van de
wereld. Vier dagen enthousiast op de
schouders slaan van Jan en alleman en met een klein tikje met chagrijn bij je
buurman omdat hij, potjedrie, al een jaar je klopboor niet heeft terug
gebracht. Vier dagen een glas drinken met de redactie van de schoolkrant, de
vrijwilligers van het oud papier en de altijd gezellige luizenmoeders van de
basisschool. Een Achterhoeker in den
vreemde vreet het behang op als ie er niet bij is door “omstandigheden”. Soms “doet” een Achterhoeker er niets aan. Ik
ken een stoere Achterhoeker die het niet uitmaakte tot ‘t moment dat zijn vrouw
aan de Spaanse costa tegen hem riep:’Nu begint het vogelschieten’. Van puur
chagrijn heeft deze Achterhoeker de hele dag rondjes staan geven in de
plaatselijke sherrybar om na uren sherry
prachtig solo het traditionele
vuurwerk na te doen. Het maakt wel uit.
Je wilt er niet alleen bij zijn, je moet van binnenuit. De ouwe liefde van toen
nog een keer onder de arm slaan en nog een keer stiekem fluisteren dat de liefde toen erg sterk was
maar het leven net even sterker. De ondeugende verhalen van toen van de papa’s
en mama’s terwijl ondertussen de jongeren hangend op het kermisterrein al lang
met hun eigen geschiedenis zijn begonnen. Elk jaar sta je zenuwachtig onder de vogelschacht te hopen op jouw historische schot dat altijd net
na je valt. De nieuwe koning wordt
opgetuigd en dan meld zich mopperend zijn vrouw met krulspelden in het haar:”Ik had nog zo gezegd. Ik wordt
geen koningin” een uur later staat ze met koningsketting zingend op de bar. Bekenden van alle jaren:”He, wat een verrassing. Zie je zo. Moet nu even net heel nodig ”. Mooie ondeugende verhalen die onherroepelijk worden toegevoegd aan de lange kermishistorie. Zo of heel anders gaat
het en zal het altijd gaan. Je weet het nooit precies maar dat maakt helemaal
niets uit want kermis is nu eenmaal
kermis.
Plaats een reactie