Mijn vijf zwitsers wonen hoog in de Alpen op een berg om elke morgen en avond veertig koeien te melken om kaas te maken. Dingdong koeien die grazen op pure bergweides vol met bloemen en kruiden. Hebben zo’n bel waar je de hele nacht geen oog van dicht doet. Het paradijs Zwitserland op het dak van de wereld. Wereldplek. Ik ben er geweest. Geen douche dus na vijf dagen begon het overal Zwitsers te jeuken. Moesten om vijf uur ons bed uit van ze voor hun zonsopgang. Vijf uur. Waarom niet de zonsondergang protesteerde ik. Vast ook heel mooi. We aten de Zwitserse pot. We dronken een kratje plaatselijk bier leeg op die berg en genoten van hun paradijs. Ik natuurlijk opscheppen op die berg over onze paradijselijke Achterhoek:”Musse mal bij uns die Berge ankucken. Wir tanzen op klompe met de Kermis. Vier tage kunnen de koeie het bekieken. Achterhoek die grüne wiese von Holland. Mooiste stuck land”. En ze kwamen: Vijf man sterk met drie kilo kaas. In een busje hebben we ze de Achterhoek laten zien. Waar we ook kwamen. De zin:”Ik heb buiten vijf Zwitsers in een busje zitten die de Achterhoek niet kennen” opende alle deuren. Onze Achterhoekse gastvrijheid is zo alderbastend mooi om mee te maken. Bedrijven, boerderijen. Alle deuren gingen vanzelfsprekend open. Maar de Zwitserse vraag:“ Wass zijn dan die Oranje akkers. Oranje wieso oranje? Wo sind alle blumen op al die Weilandenwiesen. Dass gibts doch nicht”. Leg dat maar eens uit aan een boer die kräuter kase maakt op een onbedorven berg. Ik heb het geprobeerd van Round-up dit en dat maar ik zag alleen de paniek in de Zwitserse ogen.
miggelbrink
columns uit meer dan dertig jaar Achterhoekse columns in de Gelderlander
Plaats een reactie