Mennekes op snelle racefietsjes met alle toeters en bellen en je kunt ze dagelijks vinden op de wegen van onze Achterhoekse dreven. Altijd alleen onderweg want nog nooit is er iemand gevonden die met deze ‘eigenwieze droadnaegels’ een stukske wil meefietsen. Mennekes op leeftijd in vol fietsornaat, zonder penskes omdat ze dagelijks uren met hun tanige lijven op het zadel rondstoempen door de Achterhoek. Dagelijks uit huis gestuurd door hun vrouw want er valt niet mee te leven. Nooit worden ze voor iets ‘gevraagd’ want je kunt ze er niet bij hebben. Gepensioneerd, te veel tijd en dat fietsen geeft ze het gevoel dat ze voor zichzelf nog nuttig zijn. Maar staat er een aanhangwagen ook maar een fractie op hun fietspad. Fietsen de blagen ook maar een centimeter buiten de algemene regels van de Nederlandse verkeerswet. Staat de pakjesbezorger met de bumper ietwat verkeerd op hun levensweg. Onmiddellijk beginnen ze met tirades over dat ongekende onrecht dat hun op dat moment wordt aangedaan. Dat dat niet kan. Dat het niet mag. Waar we wel niet mee bezig zijn. Dat wanneer deze eenzame fietser het voor het zeggen had gehad we ter plekke waren opgepakt en voor altijd vastgezet. Mennekes die niet snappen dat het leven niet altijd gaat zoals de algemene verkeerswet bedacht heeft. Dat het dagelijks net even anders kan uitpakken. Als je als buurman pech hebt vallen ze je na het fietsen agressief lastig met erfgrensafscheiding. Recht van overpad. Bladval, vallende eikels of berkenpluizen want dit zijn de uitverkorenen van onze samenleving. Door hun schelden en mopperen en agressie die ze oproepen weten we met zijn allen hoe we ons wel moeten gedragen en wedden dat ze geen bel op hun racefiets hebben zitten.
miggelbrink
columns uit meer dan dertig jaar Achterhoekse columns in de Gelderlander
Plaats een reactie